Op de kop of op zijn gat?
Hoe diep een schip in het water ligt is niet altijd overal gelijk. Het verschil tussen de voor-en achterdiepgang heet de trim. Vaartuigen kunnen “op hun gat” (achterover hellend of stuurlastig), “op de kop” (voorover hellend, koplastig of met een negatieve trim) of “even keel” (recht of gelijklastig) liggen. Maar niet elke trim is even ideaal. Het liefst ligt een schip “een voetje op zijn gat”. Dat wil zeggen dat het vooraan ongeveer dertig centimeter minder diep ligt dan achteraan. Tijdens het varen zal het schip zichzelf dan rechttrekken. Een minder ideale trim duidt op het moment waarop een vaartuig voorover hellend (met negatieve trim) ligt, aangezien het dan minder goed bestuurbaar is én de douche van de kapitein niet goed afloopt.