Een haven brengt risico's met zich mee. Denk maar aan een schip dat in moeilijkheden komt of het transport van gevaarlijke goederen. Om die risico's voor mens, omgeving en de havenactiviteiten zo goed mogelijk te beheersen en op het ergste voorbereid te zijn, werken we bij Port of Antwerp-Bruges nauw samen met de bevoegde overheden en hulpdiensten. 

Om die risico's voor mens, omgeving en de havenactiviteiten zo goed mogelijk te beheersen en op het ergste voorbereid te zijn, werken we bij Port of Antwerp-Bruges nauw samen met de bevoegde overheden en hulpdiensten. Naast interne noodplannen zijn er voor het havengebied twee soorten nood- en interventieplannen (NIP) van toepassing: algemene noodinterventieplannen (ANIP) en bijzondere noodinterventieplannen (BNIP).

Algemene Nood- en Interventieplannen (ANIP)

De gemeentelijke en provinciale plannen zijn de algemene nood- en interventieplannen: zij voorzien procedures om iedere noodtoestand op te vangen. In elke gemeente is de basis van de rampenplanning het Nood- en Interventieplan (NIP) samen met het Vademecum Organisatie Snelle Redding (OSR) en het Medisch Interventieplan (MIP).

In de rampenplanning hanteert de overheid het begrip 'fase' om de aard en de ernst van de ramp en de betrokken beleidsstructuren aan te tonen. Er is hierbij een onderscheid gemaakt tussen:

 

  • Operationele coördinatie op gemeentelijk vlak: In de stad Antwerpen is de term 'Lokale Coördinatie' in gebruik. De brandweerofficier kondigt deze fase af. In deze fase wordt er een CP/OPS – operationele coördinatie – opgestart die, indien nodig, ook de beleidscoördinatie doet.
  • Gemeentelijk niveau: De burgemeester kondigt deze fases af op advies van de brandweerofficier. De gevolgen zijn geografisch beperkt tot de gemeente of de stad. De burgemeester heeft de algemene leiding en beschikt over alle gemeentelijke middelen. Hij/zij kan nog versterking vragen. Iedere gemeente binnen het havengebied beschikt over een ANIP.
  • Provinciaal niveau: Bij deze fase wordt de gouverneur bevoegd. De crisistoestand overstijgt het gemeentelijke niveau door de ernst van de situatie of door de geografische uitgestrektheid. Het provinciale rampenplan organiseert de middelen.
  • Federaal niveau: De minister van Binnenlandse Zaken heeft de leiding bij grootschalige rampen die de provinciegrenzen overschrijden. 

 

Samen met de bevoegde hulpdiensten organiseren we regelmatig de nodige en verplichte noodoefeningen om de verschillende procedures in het ANIP en BNIP te testen.

Rampenplanning in de haven van Antwerpen

Bijzondere nood- en interventieplannen (BNIP)

Naast ANIP zijn er specifieke maatregelen uitgewerkt voor bijzondere risico's, zoals belangrijke ongevallen aan pijpleidingen, in sevesobedrijven of nucleaire installaties, vliegtuig- of spoorwegongevallen of ongevallen op de Zeeschelde.

 

De ongevallenbestrijding op de Zeeschelde is geïntegreerd in de bestaande rampenplanning van de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen. 

 

Voor de provincie Antwerpen is het plan een aanvulling op het NIP van de stad Antwerpen en de gemeente Zwijndrecht. Het heeft betrekking op de specifieke maatregelen die genomen worden wanneer een belangrijk ongeval dreigt of zich voordoet op de Beneden-Zeeschelde.

 

    Deze maatregelen zijn toepasbaar in elk niveau van het NIP. Wanneer zich een dergelijke situatie voordoet, zal de Scheepvaartpolitie, in samenspraak met de bevoegde brandweerofficier, de gemeentelijke of provinciale fase voorstellen aan respectievelijk burgemeester of gouverneur.

     

    In de provincie Oost-Vlaanderen vormt het Algemeen Provinciaal Rampenplan voor Hulpverlening de basis van de rampenplanning. Dit plan is opgesteld voor alle noodsituaties, ongeacht het type onheil.

     

    Speciale gevallen zijn:

     

    • Bedrijven die onder de toepassing vallen van de post-Seveso-wetgeving (zgn. RH-SEV).

     

    • Een stormtij, een overstroming of een rampspoedige gebeurtenis op de Zeeschelde, spoorwegongevallen, luchtvaartongevallen en ongevallen in de Kerncentrale van Doel.

     

    • Het benaderen en bestrijden van ongevallen met toxische stoffen in het algemeen, met chloor, ammoniak, vloeibaar gemaakt brandbaar gas of aardgas in hoge drukleidingen in het bijzonder, oliebezoedeling op waterlopen, het benaderen van neergestorte vliegtuigen met hydrazine en/of koolstofvezels aan boord.
    Rampoefening noodplanning provincie Antwerpen - Aanvaring De Waterbus.

    Rampenplan sevesobedrijven

    Rampenplannen voor de bestrijding van de gevolgen van zware ongevallen in sevesobedrijven staan beschreven in het BNIP. Dit geldt ook voor de notificatieplichtige bedrijven.

     

    Wanneer een zwaar incident dreigt of gebeurt, zal de bevoegde brandweerofficier de gemeentelijke of de provinciale fase voorstellen aan respectievelijk de burgemeester of de gouverneur. In afwachting van de bepaling van de juiste perimeters hanteren hulp- en politiediensten de grootste perimeter.

    Sevesobedrijven en gevaarlijke stoffen gaan hand in hand

    Sevesobedrijven en gevaarlijke stoffen gaan hand in hand

    Sevesobedrijven zijn bedrijven waar men gevaarlijke stoffen produceert, verwerkt, behandelt of opslaat. Bijvoorbeeld raffinaderijen, petrochemische ondernemingen, chemische fabrieken, aardoliedepots of opslagplaatsen voor explosieve stoffen. 

     

    Lees meer over sevesobedrijven op de website van het nationaal crisiscentrum.

    Behandeling van gevaarlijke goederen

    Alle bedrijven die in het havengebied gevaarlijke goederen op hun terreinen ontvangen, laten verblijven, of waar zee- en/of binnenschepen met gevaarlijke goederen aan boord aanmeren, moeten over een intern noodplan beschikken. Deze regelgeving is opgenomen in de Codex voor Gevaarlijke Goederen bij de algemene voorschriften voor het behandelen van gevaarlijke en/of verontreinigende goederen.

    Dit vind je misschien ook interessant